Om een levensloop van een jongen van elf jaar te beschrijven valt niet mee. Maar dit kan ik uit ervaring wel vertellen, dat het een jongen voor zijn leeftijd was vol levenslust en hij werd ook door alle menschen bemind. Was er in de buurt een boodschap te doen voor de menschen, kwam de buurvrouw of buurman vragen naar Adriaan, dan vloog hij, ten alle tijde bereid voor een ander. Ook voor zijn broers en zusters offerde hij alles op. Zijn vriendjes waren zijn alles. Het meeste zijn moeder, daar trotseerde hij alles voor. Was zijn broertje of zusje bij het vallen van granaten niet thuis, dan vloog hij naar buiten om ze binnen te halen. Zoo viel de jongen zelf als slachtoffer der granaten. Voordat hij slachtoffer werd had hij zijn moeder nog een ware liefdedienst bewezen en zijn ware karakter nog tot uiting gebracht, dat wij nooit zullen vergeten. Dat is de levensloop van de jongen en over de school hoef ik me niet uit te laten. Toch iedere mis, die voor hem wordt opgedragen is de frater met de heele school in de kerk. Ook de buurt blijft nooit achter. Dat hij ruste in vrede is de wensch van zijn dierbare vader, moeder, broers en zusjes. |
René Kok, 'Wegens bijzondere omstandigheden...' : 's-Hertogenbosch in bezettingstijd 1940-1944 (2008) 388-389
Jos van Rooij, 1940 Muntel - Vliert 1945 : Een Bossche wijk in de oorlogsjaren (1995) 53